Joegoslavië

Direct na de oprichting van Moeders voor Vrede werden grote hulpacties opgezet. Vrachtwagens met goederen werden naar Zagreb gereden. Financieel steunde Moeders voor Vrede een kindergarten, een naaiatelier en een vluchtelingenkamp nabij Zagreb. Tijdens de oorlog in Kosovo in 1999 ondersteunde Moeders voor Vrede een grote groep vrouwelijke vluchtelingen in Tirana. Er werd niks gegeven, wel kregen alle vrouwen de mogelijkheid om naai- of breiwerk te maken. Hun producten werden per stuk betaald en werden in België verkocht. Vele ateliers vol vrouwen waren maanden aan het werk.

Al in 1991 werden grote hulpacties opgezet ten behoeve van de burgers met klemtoon op vrouwen en kinderen. Er werd een kindergarten en een naaiatelier in een vluchtelingenkamp nabij Zagreb gesteund. In Bosnië werden verschillende acties ondersteund die vrouwen en kinderen moesten helpen.

Kerkhof in SrebrenicaTijdens de oorlog in Kosovo in 1999 ondersteunde Moeders voor Vrede een grote groep vrouwelijke vluchtelingen in Tirana. Er werd niks gegeven, wel kregen alle vrouwen de mogelijkheid om naai- of breiwerk te maken. Hun producten werden per stuk betaald en werden in België verkocht. Vele ateliers vol vrouwen waren maanden aan het werk.
In 1993 werden vrouwen en kinderen uit Zagreb en Sarajevo naar Ieper gehaald en ondergebracht bij burgers. Die actie kon op nationale media-aandacht rekenen. Er ontstonden vriendschappen tussen de families van Ieper en de vrouwen uit Kroatië en Bosnië. Sommige van deze vriendschappen worden tot op heden nog onderhouden door wederzijdse bezoeken.

Moeders voor Vrede steunt ook de Moeders van Srebrenica die hun kantoor in Sarajevo hebben en al meer dan 15 jaar zoeken naar de overblijfselen van hun vaders, zonen, mannen. Het zijn de Moeders van Srebrenica die er in geslaagd zijn de moordpartij van 1995 als genocide te laten erkennen. Ze waren op bezoek in Ieper tijdens een congres in 2007.