Tijdverdrijf in Afghanistan.

langs de wegHakim niet voorbereid en geschrokken door ons bezoek, heeft vlug mijn slaapkamer op orde gebracht. Zoals altijd een geplooid laken en deken. In Afghanistan weten ze niet zo goed hoe ze Westerse bedden moeten opmaken. Maar geen probleem, ik vind mijn draai wel. Sleep mijn zware valies op een bank. Zwaar door de geschenken, voorraad en boeken. Voor iedereen in het kantoor had ik een doosje pralines mee: Mon Chérie. Had er niet op gelet dat er alcohol in zat.  Als ze dat geproefd hebben, zullen ze ofwel stiekem erg genieten, of weggooien. Dries slaapt in het archiefkantoor, op een uitgetrokken zetel, net te kort voor zijn lange gestalte. We vinden een oplossing. De lampen in dat kantoortje zijn kapot en Dries vertelt ons pas de laatste dagen dat hij heel de tijd geen elektriciteit had. Er is niet altijd elektriciteit in Kaboel, maar toch wel nu en dan. Daarom zijn ledlampjes sterk aangeraden. Elien slaapt in de andere slaapkamer die ook dienst doet als voorraadkamer. Er staan een paar harde eenpersoons bedjes. Elien klaagt niet, ze is oa. Afrika gewoon.

Terwijl Dries zich ’s avonds in de geschiedenis van Afghanistan werpt, een boek van de Britse schrijfster, Christina Lamb, Elien werkt aan haar reportages die ze voorbereidt, schrijf ik de gehoorde getuigenissen neer of lees verder in één van mijn boeken. Naar Afghanistan neem ik altijd ‘lichte’ boeken mee. We horen tijdens de dag al genoeg zware en triestige stories, zodat ik wat verpozing bij verzonnen verhalen kan gebruiken. het zijn meestal thrillers, maar deze keer nam ik ook ‘Smelt’ van Lize Spit mee. Iemand in een leesclub had het sterk aangeraden. Kreeg zelfs tranen in de ogen toen ze er over vertelde. Tranen heb ik niet in mijn ogen gekregen terwijl ik het boek las, wel nu en dan overmand door ergernis en heel veel overgeslagen pagina’s. Met de helft geschrapt zou het boek misschien veel interessanter geweest zijn.  Ik lees met een ledlampje in mijn kamer en hoor buiten het nooit stilvallende verkeer. Getoeter en geschal.

Ons kantoor bevindt zich op het eerste verdiep. Onze buren zijn kleermakers die vriendelijk knikken als ze ons zien. Kaboel is toch in de veertien jaar van ons bezoek toch fel veranderd.  Langs de grote wegen, worden tegenwoordig immense gebouwen neergezet. Er zijn veel meer winkels, al wil dat niet zeggen veel klanten en zeker geen of weinig vrouwelijke klanten. Maar toch. President Ghani heeft alle jonge Afghanen opgeroepen om in het land te blijven en te helpen aan de heropbouw. Helaas wordt er door veel jongeren (mannen) niet geluisterd en meestal met vooraf afgesproken verhalen door mensensmokkelaars ingefluisterd een nieuwe route gezocht naar het Westen. 15.000 dollar en welvaart verzekerd, zeggen de mensensmokkelaars. Vrouwen zouden moeten vluchten uit Afghanistan, maar ze mogen meestal zelfs niet buiten komen.

Jennie